In België tellen we jaarlijks 5.000 nieuwe gevallen van (dikke)darmkanker. De verdeling tussen mannen en vrouwen is vrijwel gelijk. Darmkanker is de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen en de derde meest voorkomende bij mannen. De aandoening komt aanzienlijk meer voor vanaf de leeftijd van 50 jaar. Hoe vroeger men het kwaadaardig gezwel ontdekt, hoe groter de kansen op genezing. Vandaar het belang van opsporing en vroegtijdige diagnose.
Ook in andere geïndustrialiseerde landen blijft de frequentie van darmkanker hoog. Over de hele wereld tellen we jaarlijks 875 000 nieuwe gevallen. In Europa sterven er dagelijks 580 mensen ten gevolge van darmkanker. In Vlaanderen verliezen 5 families per dag een geliefde aan darmkanker.
Dikkedarm
De kartel- (colon) en de endeldarm (rectum) vormen samen de dikkedarm. Die bestaat uit vier delen: de stijgende, de dwarse en de dalende dikke darm, en het sigmoïd dat in de endeldarm eindigt. De dikke darm bundelt de resten van de spijsvertering. Het proces leidt uiteindelijk tot de vorming van de ontlasting.
Hoe ontstaat darmkanker?
Cellen zijn de kleinste levende deeltjes van ons lichaam. Ze delen zichzelf om de groei of het onderhoud van het organisme te verzekeren. Binnenin elke cel controleren verschillende genen (DNA-deeltjes) dat proces nauwgezet. Toch ontsnapt de celdeling soms aan de controle. De aangemaakte overtollige cellen vormen dan samen een gezwel. Wanneer het gezwel uit kankercellen bestaat, kunnen die van hun oorspronkelijke plaats ‘ontsnappen’ om andere delen van het lichaam te koloniseren en aan te tasten. Dat noemt men uitzaaiingen (metastasen)
Een kwaadaardig gezwel (kanker) kan in de dikkedarm opduiken. Meestal ontstaat het gezwel uit een niet-kwaadaardige poliep in het darmkanaal.
Tussen het ontstaan van een goedaardige poliep en de ontwikkeling tot een kwaadaardig gezwel verloopt gemiddeld 5 tot 10 jaar.
Alarmsignalen
De volgende symptomen wijzen niet altijd op darmkanker, maar als ze zich voordoen, raadpleegt u toch best uw huisarts:
• een onverklaarbare en aanhoudende verandering in het ontlastingspatroon (constipatie, diarree)
• de aanwezigheid van bloed in de stoelgang
• aanhoudende buikpijn
• gewichtsverlies zonder een duidelijk aanwijsbare reden
• een bloedarmoede met een tekort aan ijzer
zie ook artikel : Colonkanker-test
Risicofactoren
In 75 tot 80 percent van de gevallen is er bij dikkedarmkanker geen sprake van een bepaalde risicofactor of erfelijke belasting. Voor de resterende gevallen bestaat er een aantal factoren die mensen vatbaar maken voor deze vorm van kanker: familiale belasting, erfelijke vormen van dikkedarmkanker, leeftijd, poliepen; voorgeschiedenis, chronische darmontstekingen.
Al die factoren verhogen het risico om darmkanker te krijgen, doch de aanwezigheid van een of meer van die risicofactoren heeft evenwel niet noodzakelijk darmkanker tot gevolg.
• Familiale belasting: de kans op darmkanker hangt af van het aantal personen uit dezelfde familie die kanker of poliepen hebben, en van de leeftijd van die personen. Hoe jonger de getroffen persoon is, hoe groter het risico voor zijn omgeving
• Erfelijkheid: er bestaan zeldzame vormen van erfelijke darmkanker.
Familiaire adenomateuze polyposis (FAP) is bv. een aangeboren erfelijke aandoening waarbij zonder preventieve chirurgie bijna altijd kanker ontstaat. Patiënten met dit syndroom ontwikkelen honderden poliepen in de dikkedarm, die zonder verwijdering altijd kwaadaardig ontaarden. Personen met een Hereditair Non-Polyposis Colorectaal Carcinoom (HNPCC) hebben een verhoogd risico op darmkanker, zonder dat zij veel poliepen ontwikkelen.
• Leeftijd: De meeste patiënten die aan deze vorm van kanker lijden, zijn ouder dan vijftig; toch kan de ziekte op iedere leeftijd voorkomen. De gemiddelde leeftijd ligt hoger bij vrouwen (72 jaar) dan bij mannen (69 jaar). Ongeveer 10% van de personen met darmkanker is jonger dan 50 jaar.
• Poliepen: Kwaadaardige gezwellen in de dikkedarm ontstaan bijna altijd uit goedaardige poliepen. Ong. 5% van de poliepen wordt kwaadaardig. Ongeveer een kwart van de bevolking heeft darmpoliepen op de leeftijd van vijftig. De verwijdering van die poliepen vermindert het risico op het ontstaan van kanker aanzienlijk. Het is niet mogelijk om uit te maken welke poliepen wel of niet tot kanker zullen ontwikkelen.
• Voorgeschiedenis: Het risico op een tweede gezwel in de dikkedarm bij een patiënt die al dikkedarmkanker heeft gehad, ligt hoger dan het gemiddelde bij de bevolking
• Chronische darmontstekingen: Patiënten met een langdurig bestaande actieve ulceratieve colitis (langer dan 10 jaar) of actieve ziekte van Crohn met aantasting van de dikke darm lopen een verhoogd risico.
© 2018 VZW Stop Darmkanker - Ondernemingsnummer: 0847.289.456 - ING BE67 3631 0165 1087 - Website geschonken door Edge.be uit Antwerpen.